Vanochtend rijden we een eindje met de camper de Catskill Mountains in, tot aan de parking van een oud stationnetje. Ik had hier een overrompeling verwacht, maar er staan maar 4 auto’s op de parking. Er vertrekt hier een pad van een kleine 3 km naar de Kaaterskill Falls, over de vroegere spoorlijn. Die gaar dwars door het bos. We zijn blijkbaar bij de vroege vogels en zijn er helemaal alleen. Opletten voor beren alweer hier, maar we zien alleen vogeltjes en eekhoorns (again!). De Kaaterskill Falls zijn bedroevend mager. Het mag alweer niet verwonderen, alle riviertjes en stroompjes in het dal staan helemaal droog. Vandaag nog een reiger gezien die door zo’n droge bedding sukkelt... het is toch echt dramatisch allemaal. Het is ook superwarm - again.

Na de wandeling terug eten we nog wat restjes uit de frigo en rijden dan naar Woodstock. Beetje rommelige gezellige Bohemian chic. Had het wat plat toeristischer verwacht, maar het valt heel goed mee. Een heel tijdje in de boekenwinkel doorgebracht, wat vijzen gekocht in de hardware store (waar Marc Didden een mooi Bowieverhaal over heeft), kleine gallerietjes in en uit gelopen en dan was je wel rond ongeveer. In de supermarkt hadden ze voor het eerst ever het betere Belgische bier in de aanbieding: een paar trappisten, Chouffe etc. Maar we gaan ons inhouden en wachten tot thuis :-)

Terug op de camping beginnen we al een beetje aan de valiezen en de opruim (Allez ik toch) en gaan we eten in de Red Rooster, een op en top Amerikaans wegrestaurant, met dito kaart en all- you-can-eat opties. Ik zou het kunnen beschrijven, maar het was gewoon zoals je het ziet in de film, echt. Gewoon dát.